Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want [6]de HEERE heeft de hovaardij Jakobs afgewend, gelijk de hovaardij Israels; want [7]de ledigmakers [8]hebben ze ledig gemaakt, en zij hebben [9]hun wijnranken verdorven. 6. Alsof hij zeide: O Assur, nu is de tijd, dat de straf des Heeren ook over u komt, aangezien die nu een geruimen tijd over het volk Gods gegaan is, waardoor de Heere de hovaardij van Jakob heeft vernederd, gelijk Hij tevoren de hovaardij van Israel vernederd had. Anders: want de Heere is wedergekkerd [met] de voortreffelijkheid, of, heerlijkheid van Jakob, dat is, met Christus Jezus, gelijk Amos 8:7; te weten, opdat Hij voortaan zijn volk bijsta, en het niet meer door u late verdelgen, maar veel meer dat Hij u vanwege hetzelve late verdelgen. Zie 2 Sam.1:19, van het sieraad of heerlijkheid van Israel. 7. Dat is, de Assyriers met hun grote heirlegers, die alles geroofd en ledig gemaakt hebben. 8. De zin is: zij hebben Juda en Israel ledig gemaakt; dat is, zij hebben hun land woest gemaakt en uitgeplunderd. 9. Dit kan men bekwamelijk naar de letter verstaan, doch sommigen verstaan hier door de wijnranken de steden en dorpen van het Joodse land; immers werd het Joodse volk meermalen vergeleken bij een wijnstok, zie Micha 7:1. Anderen verstaan hierdoor zonen en dochters; enigen: de vruchten des lands.
, [], Volume 4: Article 7 (2003) Aron Pinker, Upon an Attack in Nahum 2:2; Two options for emending the first prosaic colon of Nah 2:2 into two poetic cola are suggested. If accepted they give all the cola the same poetic structure and perhaps bring out some military nuances of the attack on Nineveh.